Informatiebijeenkomst locatieonderzoek Clemensschool

Dinsdagavond organiseerden we samen met de dorpsraad van Hulsel een informatieavond over het locatieonderzoek naar de nieuwbouw van de Clemensschool. De opkomst was hoog en er werden goede vragen gesteld.

Aanwezigen:

• Onderzoeksbureau Sweco: Roosmarijn Peet
• Gemeente RDM: Sasja Aleksic (afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling)
• Gemeente RDM: Marjo van Deurzen (afdeling Communicatie)
• Voorzitter Dorpsraad en gespreksleider: Jaap Verheijen
• Directrice Clemensschool/schoolbestuur (KempenKind): Femke de Graef 

Bureau Sweco presenteerde de resultaten van het locatieonderzoek nieuwbouw Clemensschool. 

De opdracht was om de mogelijkheden voor de bouw van een nieuwe school te onderzoeken met een geïntegreerde ontmoetingsruimte en kinderopvang.

Hiervoor zijn 2 locaties onderzocht, namelijk de huidige locatie aan de Willibrordlaan en een locatie op agrarische percelen aan de noordzijde van de kern bij Voetbalvereniging Hulsel.

Hoe zijn we te werk gegaan?

Beide locaties zijn bezocht, er zijn gesprekken gevoerd met de school, het schoolbestuur, de dorpsraad en de gemeente en er is uitgezocht welke formele weg bewandeld moet worden. Er is goed gekeken bij beide locaties of er zich eventuele problemen kunnen voordoen op het gebied van o.a. erfgoed, geluidsoverlast, flora & Fauna, stikstof, agrarisch, eigendom, archeologie, etc..

Bij beide locaties kwamen geen grote problemen naar voren; wel aandachtspunten.

In overleg met de school is aan de hand van haar wensen een pakket van eisen samengesteld. Aan de hand hiervan is gekeken hoeveel ruimte er daadwerkelijk nodig is. Dit is ongeveer 800 m2 voor het gebouw (wat iets groter is dan het huidige gebouw) en 635 m2 buitenruimte. Het betreft (op verzoek van het schoolbestuur) een 1-laags gebouw.

Criteria

Hoe hebben we bepaald waar de voorkeur naar uit gaat? Hiervoor hebben we een aantal criteria vastgesteld:

• Hoe kunnen we de school inpassen in de omgeving
• Zichtbaarheid van de school
• Verkeersveiligheid en bereikbaarheid
• Gebiedsontwikkeling en beleid (gezond leefmilieu)
• Bouwmogelijkheden
• Lokale aandachtspunten
• Financiën

Locatie A (huidige locatie)

Er is omliggende speelgelegenheid, het ligt midden in de dorpskern waardoor er veel toezicht en sociale controle is, het is onderdeel van de identiteit van Hulsel, het is goed bereikbaar (ook voor ontmoetingsfunctie) en ligt aan een relatief veilig weg (30 km zone).

Aandachtspunten: redelijk ‘versteende’ omgeving, huidige entree ligt wat verscholen maar kan opgelost worden met nieuwbouw, nabij ’t Drieske (‘overlast en uitstraling’- aanbod alcohol en ongezond voedsel).

Locatie B (nabij sportvelden)

Ruim opgezet, veel buitenvelden, sportvelden, buurtspeeltuin, met auto goed bereikbaar; voor fiets kunnen doorsteekjes gemaakt worden. Sluit goed aan bij visie school. Op termijn potentieel groeigebied van Hulsel waardoor het centraal komt te liggen.

Aandachtspunten: ligt wat afgelegen, mogelijk verkeersoverlast lokale bewoners (voldoende parkgelegenheid maken om dit te voorkomen), bij toekomstige woningbouw mogelijk onveilige situaties in verband met bouwverkeer.

Meer om rekening mee te houden:

• Er is iets meer geuroverlast op locatie A dan op locatie B, maar nog altijd binnen de grenzen
• Bij locatie B dient rekening gehouden te worden met gebruik bestrijdingsmiddelen agrariërs (50 meter afstand tot nieuwe bebouwing of onderlinge afspraken maken).
• Geluid en lichthinder in avond op locatie B; school is dan dicht; idem voor locatie A met betrekking tot ‘t Drieske/cafetaria.
• Huidige locatie (A) is erg hoekig; niet gemakkelijk om deze locatie ruimtelijk te maken, maar wel mogelijk.
• Het is gemakkelijker om voor de huidige locatie (A) vergunningen/aanpassingen voor elkaar te krijgen. Wel zijn er tijdelijke units nodig om de leerlingen te huisvesten gedurende de bouwperiode.
• Bij locatie B zal de tijdspanne wat langer duren. Er moeten overeenkomsten gesloten worden met de betreffende agrariërs en de sportverenigingen en de benodigde vergunningen zullen meer tijd in beslag nemen.
• Financieel gezien hoeft er geen grond aangekocht te worden op locatie A. De naastgelegen kavel is al aangekocht. De doorlooptijd is hier ongeveer 2 jaar.
• Bij locatie B moet er nog wel grond aangekocht worden en vervolgens de gehele infrastructuur nog aangelegd worden (incl. nieuwe nutsvoorzieningen). Hierdoor wordt de doorlooptijd langer. Voordeel bij locatie B is dat de leerlingen op de huidige locatie kunnen blijven tot de overstap.

Conclusie:

Er komt geen duidelijke voorkeur uit het onderzoeksrapport naar voren. 

Als buitenonderwijs erg belangrijk is, dan zou de voorkeur uit gaan naar locatie B. Maar op het moment dat zich daar nog geen woningbouw gaat ontwikkelen is dit wellicht geen goede keuze en zou de voorkeur naar locatie A gaan. Bij een integrale gebiedsontwikkeling kan de voorkeur weer richting B verschuiven.

Aanvulling school/schoolbestuur:

De school voelt zich fijn op de plek waar ze zit en is positief over een geïntegreerde gemeenschapsruimte en kinderopvang. Ze wil graag blijven en kijken wat voor moois er gerealiseerd kan worden. 

Aanvulling gemeente:

De gemeente had gehoopt op een duidelijk advies voor 1 locatie; dit is echter niet het geval. Het rapport is getoetst door team Gebiedsontwikkeling en Beheer en team Omgevingskwaliteit en Economie, maar ook hier is geen voorkeur uitgekomen. Uiteindelijk moet er een advies aan de gemeenteraad voorgelegd worden. De gemeente neigt om mee te gaan met de voorkeur van de school, het schoolbestuur, de dorpsraad en met de uitkomsten van de poll die uitgezet wordt door de dorpsraad. 

Vervolgstappen:

• In juli/augustus 2025 brengt het college een advies uit op basis van alle input (schooldirectie, schoolbestuur, inwoners en gemeentelijke afdelingen).
• Op 23 september neemt de gemeenteraad besluit over de locatie waarop Clemensschool wordt gebouwd en stelt het investeringskrediet beschikbaar.
• Tot het einde 2025 worden onderzoeken gestart in het kader van de omgevingsvergunning (denk aan bijv. flora en fauna onderzoek of archeologisch onderzoek).
• In dezelfde periode worden een stuurgroep en de projectorganisatie ingericht.
• De projectleider stelt een projectplan op waarin behalve voor de op te leveren producten, het benodigde budget en de planning aandacht is voor de communicatie extern en intern.
• Begin 2026 kiest de stuurgroep een architect.
• In de eerste helft 2026 stelt de gekozen architect in samenspraak met het projectteam en stakeholders het programma van eisen op met betrekking tot het bouwontwerp.
• De gekozen architect gaat vervolgens aan de slag met het eerste bouwontwerp (bestaat uit vijf stappen: initiatief, haalbaarheid, voorontwerp, definitief ontwerp en bestek). Het streven is om na de zomervakantie 2026 een bestek te hebben zodat de gemeente over kan gaan tot de aanbesteding van het bouwproject.
• Bij elke van de bereikte mijlpalen rapporteert de projectleider aan de gemeenteraad.

Dit is wat op dit moment voorspelbaar is tot de zomer van 2026. We zullen iedereen op regelmatige basis op de hoogte houden van de voortgang van het proces, zodat alles open en transparant blijft.

Vragenronde

Vorige bijeenkomst was het al duidelijk dat 85% voorkeur voor locatie A had. Waarom is dit niet meegenomen in dit plan? En waar halen we het geld vandaan?

Antwoord: Toendertijd is toegezegd dat we meerdere locaties zouden onderzoeken en dat we rekening moesten houden met de integrale ontwikkeling van de kern van Hulsel. Er zal op termijn gebouwd gaan worden in Hulsel omdat we deel uitmaken van de regio die voor 2040 100.000 nieuwe woningen gerealiseerd moet hebben. Dit hebben we meegenomen in het onderzoek naar beide locaties. De gemeente is verantwoordelijk voor de nieuwbouw voor de school; de kosten zijn afgedekt.

Er was toegezegd dat er in november/december een definitieve beslissing zou zijn over de locatiekeuze. We zijn nu bijna een jaar verder, waarin nauwelijks informatie is gegeven. En waar gaan ze toekomstige woningen realiseren?

Antwoord: de vertraging is uitgelegd in de informatiebrief. We moesten pas op de plaats maken omdat er een collegebesluit ontbrak over de realisatie van de ontmoetingsplek in deze kern. Dit besluit moest het college nog nemen. Hier is wat tijd overheen gegaan. Op verzoek van de dorpsraad zullen we meer frequent gaan communiceren over de voortgang van het project.

De raadsvergadering staat gepland voor 23 september; dan wordt de definitieve locatiekeuze gemaakt.

Met betrekking tot woningbouw: dit is een intensieve zoektocht. Locatie B is een potentieel mogelijke uitbreidingslocatie. Er zijn niet zoveel geschikte locaties om te bouwen (hoogte, water, geurhinder). Zodra daar iets over bekend is zal het college alle belanghebbenden informeren.

Wat is het verschil in start bouw in plan A en plan B. Wat is het tijdsbestek? Gaat er onteigend worden als locatie B gekozen wordt?

Antwoord: in het algemeen duren planologische procedures een half jaar tot een jaar. Dan moet de architect nog het gebouw ontwerpen; reken hiervoor minimaal 2 jaar.

Locatie A is iets minder afhankelijk van derden. Bij locatie B ben je van meer factoren afhankelijk. Onteigenen wordt niet zo snel gedaan; de insteek is altijd om er samen uit te komen. 

Archeologisch zijn er in het verleden ook al flink wat opgravingen verricht; ook dit kan voor veel oponthoud zorgen.

Antwoord: dat klopt, maar daar zouden leerlingen en onderwijspersoneel niet veel last van hebben omdat de school gerenoveerd is en nog zeker 6 à 7 jaar mee kan. 

Het schoolbestuur beaamt dit: "die 6 tot 7 jaar zitten we er prima; zeker ook met Jorg naast ons in ‘t Drieske".

Hoe zien jullie het ontmoetingscentrum in de school? Zeker omdat er ook gesteld wordt dat ‘t Drieske/cafetaria ook een ‘negatieve’ invloed kan hebben?

Antwoord: Inwoners moeten gebruik kunnen maken van een ontmoetingsruimte om activiteiten te kunnen organiseren. ‘t Drieske is in particulier eigendom. De gemeente heeft gezocht naar een permanente oplossing, zodat er altijd ruimte is waarop teruggevallen kan worden als er geen gebruik kan worden gemaakt van ‘t Drieske. Het is niet de bedoeling om de functie van ‘t Drieske te ontnemen, maar om als back-up te dienen.

Het Centrum/plein gaat ook nog aangepakt worden. Gaat dit nu tegelijkertijd gebeuren? Want dan is er nogal wat vrachtverkeer.

Antwoord: We stemmen dit zo goed mogelijk intern af zodat er zo min mogelijk hinder zal zijn. 

In plan B loopt een hoofdwaterleiding; is dit meegenomen in het onderzoek? Als je daar wilt gaan bouwen moet dit verlegd worden.

Antwoord: Er zijn rioolwatertransportleidingen van het waterschap en de gemeente gelegen op de locatie. Hiervoor geldt een leidingzone van 5 tot 10 meter waarbinnen niet zonder toestemming van de gemeente of het waterschap gebouwd mag worden. In het plangebied en in de directe omgeving van het plangebied liggen verder geen kabels en leidingen die planologisch relevant zijn. We zullen naar aanleiding van deze vraag nogmaals een klic-melding bij het Kadaster aanvragen (verzoek om kabels en leidingen in beeld te brengen) zodat we zeker niets vergeten.

Hoe groot is de huidige kavel?

Antwoord: de oppervlakte van de twee kavels van locatie A bedraagt 3.400 m2.

Waarom zit de natuurspeeltuin niet in locatie B?

Antwoord: vorige keer is gevraagd mogelijke locaties aan te dragen. De natuurspeeltuin kwam niet in aanmerking hiervoor volgens de bewoners. De school kan wel gebruik maken van de speeltuin. Hij hoort niet in het plan.

Hoe lang heeft de voetbalclub nog bestaansrecht? Is die al afgeschreven?

Antwoord: de gemeente is in gesprek met de verenigingen om samen te onderzoeken wat de toekomst van de sportparken in de kleine kernen is. We werken meerdere scenario’s uit.

Stel: locatie B wordt het. Worden dan eerst woningen gebouwd voordat de school er komt.

Antwoord: ontwikkeling noordkant neemt meer tijd in beslag. Er moet eerst een omgevingsvisie vastgesteld worden. Alles wordt dan inderdaad in één keer integraal bekeken voordat er plannen worden gemaakt. In het kader van de schaalsprong worden in Reusel-De Mierden in totaal 1500 woning gebouwd tot 2040. Collega’s GOB zijn nu hard op zoek naar locaties. De verdeling over de kernen is nog niet gemaakt.

De locatie lijkt nu groter te zijn geworden rondom de sportvelden. 

Antwoord: het is een groot gebied waarbinnen de school gerealiseerd zou kunnen worden. En het is inderdaad een potentiële locatie voor woningbouw.

Wordt het woningbouw op locatie B, dan is de wens van de school in het groen ook verloren.

Antwoord: op locatie B kun je het gebouw overal positioneren. Het zal daar uiteindelijk ook enigszins verstedelijken als er woningbouw gerealiseerd zou worden. We kunnen op locatie A overigens ook een school in het groen creëren. Het gaat er om dat er groen aanwezig is waarop lesgegeven kan worden.

Als de nieuwbouw op locatie A is, wordt dan de aangekochte kavel meegenomen in het nieuwe plan?

Antwoord: ja.

Hoeveel geld is er in het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs gepompt? Maakt het nog uit of er voor A of B gekozen wordt? Moet er dan nog extra geld bij?

Antwoord: Nee, de gemeente is verantwoordelijk voor de nieuwe school, dus dat is financieel afgedekt. Op 1 juli stelt de gemeenteraad het uitvoeringsplan onderwijshuisvesting 2026-2030 vast. De raad stelt het budget van 20 mln beschikbaar voor de bouw van drie basisscholen, te weten de Clemensschool, De Akkerwinde en De Torelaar. Dus het geld voor nieuwbouw is beschikbaar.

Ik neem aan dat er bij de nieuwe locatie vanuit is gegaan dat er een loskoppeling is van ‘t Drieske?

Antwoord: ja. Het onderhoud en dergelijke wordt losgekoppeld, zodat daar geen problemen komen. Het schoolbestuur zorgt voor haar eigen onderhoud en de eigenaar van ‘t Drieske zorgt voor ‘t Drieske.

Opmerking: er zullen ook brandgangen gemaakt moeten worden.

Antwoord: brandgangen tussen ’t Drieske en de school zullen uiteraard in het bouwplan worden meegenomen.