De Spreidingswet is per 1 februari 2024 van kracht. Doel van deze wet is om te komen tot voldoende opvangplekken en een evenwichtiger verdeling van asielopvang over provincies en gemeenten.

Er is vastgesteld hoeveel opvangplekken landelijk nodig zijn voor asielzoekers voor de komende twee jaar. Deze opvangplekken worden verdeeld over de gemeenten op basis van het inwoneraantal en de sociaaleconomische score van een gemeente.

Voor onze gemeente is het aantal opvangplekken tot 1 februari 2026 vastgesteld op 68. Het verdeelbesluit is te lezen op de website van de Rijksoverheid

Gemeenten kunnen samen opvangplekken realiseren

Door de aantallen van de gemeenten in de provincie bij elkaar op te tellen, ontstaat de provinciale opvangopgave.
Gemeenten bespreken aan de Provinciale Regietafels (PRT’s) hoe zij gezamenlijk die opgave gaan invullen. Zij beslissen hier onderling welke gemeenten opvang gaan leveren en met hoeveel plekken. Reeds bestaande opvangplekken - of plekken die binnen 12 maanden beschikbaar komen - van meer dan 100 plekken en langer dan 5 jaar tellen, als gemeenten dat willen, mee bij de invulling van de eigen provinciale opgave. De commissarissen van de Koning (CdK’s), in hun rol als Rijksorgaan, coördineren deze gesprekken.

Voor 1 november 2024 levert de CdK een verslag op aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De bewindspersoon stelt uiteindelijk een verdeelbesluit vast. 

Bron: Rijksoverheid.nl 

Wanneer verplicht de staatssecretaris gemeenten asielzoekers op te vangen?

Alleen als het gemeenten niet lukt om gezamenlijk de hele provinciale opgave in te vullen, dan kan de staatssecretaris zelf gemeenten aanwijzen, en daarmee verplichten, om asielzoekers op te gaan vangen. Na 2 jaar start de cyclus opnieuw met het ramen van de hoeveelheid opvangplekken.